Van roetveegpiet naar astronaut

Wij krijgen een nieuwe badkamer. Nou ja, krijgen…. beeldspraak hè, want niks voor niks, zeker niet als het om badkamers of keukens gaat. Maar we zijn wel heel blij dat het er nu eindelijk van komt, want de plannen liggen er al jaren. En we zijn ook heel blij dat we sowieso iemand hebben gevonden die het komt maken. Want ook dat is tegenwoordig best een dingetje. Een buurman-installateur gaat de klus klaren, en doet dat met zijn eigen mensen gezellig down to earth, gemoedelijk én efficiënt. Het is een klein feestje om te zien hoe de nieuwe badkamer langzaam vorm krijgt. Maar niet alles is een feest.

Man sloopt de boel er zelf uit. Dat is een helse klus. Na afloop ziet hij eruit als roetveegpiet, maar dan de echte. Kleine bijkomstigheid: als je je badkamer sloopt, heb je ook geen douche. Maar daar vindt roetveegpiet al snel iets op. Hij kleedt zich uit en stapt de achterdeur uit, het donker en de kou in, gewapend met shampoo, zeep, handdoek en een emmer heet water. “Het is net als in de sauna,” roept hij opgetogen, “neem ook een lekkere buitendouche!” Nou, nee, besluit ik vanuit de huiskamer in mijn dikke wollen trui. De wastafel in de berging voldoet ook prima. Nóg een kleine bijkomstigheid: we hebben nu boven geen wc. En dus daal ik ‘s nachts met een klein lampje de trap af, de huiskamer en keuken door naar de ijskoude berging en dito wc, om vervolgens bibberend de trap weer op te sluipen naar mijn warme bed.

Het schrotenplafonnetje onder het schuine dak is er ook uit gesloopt, om dadelijk plaats te maken voor een mooi strak gestuct geheel. En in het kader van duurzaamheid en energiebesparing komt Man op het idee om de ruimte tussen de vullatten en dak nog extra te isoleren. Dat is een heel goed plan, vinden we allebei. Dus googelen we op isolatiemateriaal. Ik heb het liefst natuurlijke materialen, en ik lees dat wol heel goed isoleert. Dat brengt me op een lumineus idee. Want ik heb nog een stuk of wat wollen dekbedden op zolder liggen die we vanwege de maat niet meer gebruiken. “Stop het maar vol met dekbedden,” stel ik dus voor. “Heerlijk warm en een tweede leven voor het wol, altijd fijn.” Maar ja. Voor wollen isolatie wordt wol samengeperst tot dikke matten. Een wollen dekbed geeft niet genoeg isolatie, denkt Man. Ik ben daar niet zo zeker van, maar kan nergens iets vinden over ervaringen met wollen dekbedden als isolatie. Zul je altijd zien. Heb je een kneitergoed idee, is het nog nooit uitgevoerd. Misschien moet ik er maar snel patent op aanvragen, voordat iemand anders ermee aan de haal gaat. Want wat een geniale oplossing voor al die oude dekbedden op zolders.

Afijn. Man gaat toch maar liever voor glaswol. Als dat er eenmaal inzit en het plafond is dichtgetimmerd heb je er ook geen last meer van. Maar het moet er wel eerst nog in. En nee, glaswol is niet per se het fijnste materiaal om mee te werken. De vezels zijn best wel gemene krengen, die wil je niet in je ogen, neus, of longen krijgen. En dus transformeert onze roetveegpiet met het grootste gemak tot wannabee astronaut. Met douchemuts, veiligheidsbril, stofkapje, werkhandschoenen en vooral lange mouwen en lange broek gaat hij aan de slag. Het is wel een heel gedoe, en hij moet ook nog een rol bijhalen want te weinig, maar hij klaart de klus, en een dag later komt de timmerman het plafonnetje hermetisch afsluiten. Driewerf hoera.  

Het is nog even aantobben nu, maar dat valt allemaal in het niet bij het vooruitzicht van de nieuwe badkamer. Met bad, douche, wc en wastafel met twee kranen, en dat alles op slechts een paar vierkante meter. Want het blijft een kleine badkamer, maar wel met alles erin wat we wensen. Warm water. Vloerverwarming. En een wc. Wat een luxe. Wát een rijkdom. Halleluja.