Naar Ierland: wel, niet, wel…

Man en ik willen de herfstvakantie doorbrengen in Ierland, waar Dochter drie maanden in Galway verblijft voor haar studie. We hebben het goed geregeld. Denken we. We gaan vliegen vanuit Eindhoven op zondagochtend 11 uur en hebben al een huurauto geregeld voor in Ierland. Dochter zal ons opwachten op de luchthaven in Dublin, omdat zij haar vriend diezelfde ochtend wegbrengt. Dat komt dus prima uit, want dan zullen wij Dochter weer mee terugnemen naar Galway, twee uur rijden vanaf Dublin. Het plan is om overdag gezamenlijk Galway alvast wat te verkennen. Maar dat loopt een beetje anders. Om 9 uur ‘s ochtends rijden we thuis weg, andere Dochter brengt ons naar Eindhoven. Het is erg mistig. Er hangt een dikke grijze sluier die maar niet optrekt. Vliegtuigen kunnen niet landen en ook niet opstijgen. Passagiers worden met bussen vervoerd naar luchthavens in Weeze, Rotterdam en Maastricht, om van daaruit hun vlucht te kunnen nemen. Over onze vlucht blijft het stil. We gaan er optimistisch van uit dat de mist wel zal verdwijnen en dat ons vliegtuig dan gewoon zal vertrekken. Haha. Denk ik nu, achteraf. We krijgen een lunchbon van vijf euro, drinken koffie en eten een worstenbroodje. En we wachten. Er worden vluchten geannuleerd. Op de borden verschijnt geen informatie over onze vlucht. De mist blijft als een dikke grijze deken over de luchthaven hangen, terwijl het in de hal bij de gates drukker en drukker wordt. Er komen steeds meer mensen bij. Overal liggen, hangen en zitten gestrande passagiers. Man en ik hebben gelukkig een stoeltje weten te bemachtigen. Die plek is ons intussen heilig. In de loop van de middag wordt de mist ietsje minder en wordt er weer gevlogen. We horen nog steeds niks over onze vlucht. Maar ineens vinden we informatie op internet: onze vlucht is verplaatst naar… 18.30 uur! HALF ZEVEN! Dat betekent nog úren zitten in die overvolle hal. En voor Dochter nog een hele dag zitten op de luchthaven in Dublin. We krijgen ieder nog een bon, weer van 5 euro. En we zitten. Het duurt lang. Eindelijk mogen we gaan boarden. En moeten weer wachten, opnieuw vertraging. Uiteindelijk kunnen we instappen, het is al 20.00 uur als we de lucht ingaan.

Als we in Dublin arriveren (halloooooo Dochter wat fijn je weer te zien!!) wordt ook de huurauto een dingetje. Man heeft al vanaf Eindhoven gebeld over de vertraging, maar in Dublin staat dat niet genoteerd in het systeem. Dus is onze auto weg. Er is voor ons een kleiner autootje die we de volgende dag ergens in de omgeving van Galway weer kunnen omruilen. Dan vindt Man op zijn telefoon het uitgaande gesprek naar het autoverhuurbedrijf, en laat dit zien. En dan ineens is de man achter de balie een en al goodwill. En is onze auto er wél. We slikken onze frustratie in en sjouwen met sleutel naar de parkeerplek. Auto mee, en de weg op. Links rijden, stuur aan de rechterkant, pikdonker. Joepie. Rond 23.00 uur komen we bij het huis van Dochter aan. Snel even mee naar binnen, kijken waar ze woont, en meteen door naar onze B&B. Om 23.30 zijn we er. Een bed, hoera! Helemaal gaar storten we ons erop. Het blijkt een pocketveringmatras met van die veren die zo ongenadig in je rug prikken. Gelukkig heb ik mijn dikke donsjas mee. Jas op het matras en eindelijk… slapen!