Geen krant

De krant is er niet. Dat gebeurt de laatste tijd weer vaak: geen krant om 7 uur ’s ochtends, en vaak ook niet om 8 uur en ook niet om 9. We maakten dit al best wel heel vaak mee de afgelopen paar jaar. In de periode voordat het allemaal begon te rommelen bij de krant, hadden wij een bezorger die je bijna zou inlijsten, zo trouw. Iedere dag de krant al voor dag en dauw in de bus, weer of geen weer. Gewoon ALTIJD. Maar toen bedachten de meneren van de krant dat het allemaal anders moest. Goedkoper vooral. En bezorgers konden best wat grotere wijken bedienen, met trouwens ook best nog wel wat meer kranten dan alleen het Brabants Dagblad. Meer verdienen? Nee, dat zat er dan weer niet in. Wél harder lopen of fietsen om al die kranten toch nog op tijd in de bussen te hebben. Of gewoon een uurtje eerder opstaan: om 3 uur in plaats  van 4, wat maakt dat uurtje eerder nou uit. Moet lukken, dachten de hoge meneren. Nou: het lukt niet. Voor geen meter. En nee, dat is niet de schuld van alwéér die nieuwe bezorger, het is de schuld van die meneren.

Ik denk eigenlijk dat ze gewoon van die papieren krant af willen. Duur in drukken, duur in bezorgen, duur in alles. Nee dan de digitale versie. Véél goedkoper. Ik denk dat de meneren van de krant vooral een ontmoedigingsbeleid voeren voor al diegenen die hun krant graag op papier lezen. Want ja, ik lees de krant het liefst in de papieren versie. Gewoon kneuterig naast mijn ontbijtbordje en mijn kopje koffie. Maar als er geen krant is, pak je vanzelf die i-pad. Ook ik. En dan hebben de meneren ons precies waar ze ons willen hebben.

Er is dus weer geen krant. Ik werk mijn boterhammetje en koffie naar binnen (snel, want geen krant en ook geen zin in de i-pad), en ik maak mijn rondje met Hond. En dan zie ik ze. Twee heel zwarte jongemannen met heel zwart kroeshaar en heel grote rode fietstassen op hun fiets. Ze komen mijn kant uit. Ze stoppen op de weg en turen op een vel papier. Hee, denk ik, in een vlaag van slimheid, hee, brengen die jongens wellicht de krant rond….? MIJN krant?  “Hai,” groet ik. “Brengen jullie de krant rond?”
“Ja,” knikken de jongens, om meteen het vel papier onder mijn neus te duwen met de vraag of ik weet waar dát adres is? Ik kijk. En ik weet het. Dat adres ligt op de route waar ze vandaan komen. Ik wijs de weg. Ik pak mijn mobiel met google maps erbij om het uit te leggen. Ze snappen er geen jota van. Uiteindelijk leg ik vier keer uit hoe ze moeten fietsen: “Hier rechtdoor, voorbij dat hekje ginds, dan de eerste weg links en dan rechts, dat is de straat die jullie moeten hebben.” Ik weet niet of ze weten wat links of rechts betekent, of hekje. Ze spreken niet bepaald vloeiend Nederlands. Ze kijken me best wel glazig aan. Beetje wanhopig ook. Het is ook nog eens bar koud. En de lucht wordt steeds donkerder. De jongens willen nog een adres weten. Helemaal aan de andere kant van het dorp. Oh hemel. Ik wijs. “Dat is hélemaal die kant op. Aan de andere kant.” Ik maak een weids gebaar om duidelijk te maken dat het best wel ver hier vandaan is. Ze kijken beteuterd.

Ik informeer of mijn krant nog in hun tas zit, of ik die dan zelf maar mee zal nemen? Maar ze hebben mijn adres zojuist al gehad, leggen ze uit. “Maar als wij alles kennen, wij dan weten waar moeten zijn,” leggen ze optimistisch uit. Ochèrm. Dat duurt nog wel even, bedenk ik. Als je het dorp dus echt helemaal niet kent en ieder adres op je fietsje moet gaan zoeken. Ter plekke. Ik weet niet of ze een telefoon met google maps hebben om te raadplegen, maar die gebruiken ze in ieder geval niet. De jongens stappen weer op hun fiets. Met hun volle tassen. En hun vel papier met al die adressen.

Als ik thuiskom pluk ik de krant uit de bus. Het begint te stortregenen. Steeds harder. En te hagelen. En héél hard te waaien. Die jongens hebben nog uren nodig voordat die tassen leeg zijn. Het maakt me boos. Boos dat die krant er niet op tijd is. Boos dat die jongens nog uren lopen te ploeteren. Boos dat dat zomaar kan. Boos dat die twee geen fatsoenlijke begeleiding krijgen bij hun nieuwe job. Die twee lopen van ellende waarschijnlijk over twee weken gillend weg bij de krant. Dan komen er weer nieuwe. Die het óók niet weten. En die óók weer hun stinkende best doen.

Ik ben vooral héél boos op die meneren bij de krant. Op hun beleid. Ik vind het ronduit schandalig. Voor al die abonnees. Voor al die bezorgers.
Ik noem dat wanbeleid. Mag dat alsjeblieft ook eens in de krant?