Huisje Boompje Beestje

sdr

Wij hebben een huis, bomen en een beest. Maar in de voortuin is het maar een kale bedoening met die lap gras dat zich in de snikhete en gortdroge zomer ook nog eens wist te transformeren tot volwaardig hooiveld. Na het bruin werd het wel weer groen, en op dit moment is het weer zo nat dat we champignons kunnen oogsten van ons eigen gazon. Maar goed, er is dus plek voor een boom. Niet voor een heel groot exemplaar, maar voor een middelmaatje. Afijn, de oplettende lezer snapt het al: de zoektocht naar een geschikte boom zette zich in. En nee, dat is in mijn geval geen sinecure.

De boom moest aan een aantal wensen/eisen voldoen:

  1. Hij moet groen blijven in de winter. Omdat ik dan in de winter niet uitkijk op een kale stam, dus ook een stukje eigenbelang, maar vooral voor de vogels. Want de boom mag een onderkomen worden voor alle kleumende vogeltjes in de winter. En voor kwetterende babyvogeltjes in het voorjaar.
  2. Hij moet tegen vorst kunnen. Nou vriest het wellicht niet meer zo heel vaak en zo heel hard in ons land, maar voor je-weet-ooit-nooit moet die boom er wel tegen kunnen. Ik ga geen boom kopen die ik elk jaar moet gaan beschermen, dat mag ie mooi zelf doen. Dus eentje die niet meteen in de paniek schiet van een beetje bevroren voetjes.
  3. De boom moet bloeien. Dat is een héél lastige. Dan valt er al gelijk een heel arsenaal aan groenblijvende bomen af, ontdekte ik. Maar ik vind het wel heel mooi als onze boom ook wat bloemigs heeft in het voorjaar of in de zomer. Nee, dat maakte de zoektocht er niet per se makkelijker op.
  4. Mijn boom mag best een beetje exclusief zijn. Wat exotisch ook. Maar niet zo exotisch dat er geen enkel oerhollands vogeltje meer in durft omdat ie die boom niet kent of het blad niet fijn vindt. Denk aan palm of bananenboom. Absoluut blikvangers, maar ik zie mijn roodborstjes, merels, mussen en meesjes daar nog niet in huizen.
  5. Hij moet wel echt een beetje boom worden, dus niet te kaal of te open. Een beetje een volle boom dus. Zo viel ik voor de eucalyptus vanwege het prachtige decoratieve blad. Maar die boom is vrijwel nooit echt vol, dus viel ie af. En hij bloeit ook niet.
  6. De boom hoeft geen rib uit mijn lijf te kosten. Het is tenslotte maar een boom (sorry voor al die bomen die zich nu als ras vreselijk gekwetst voelen).
  7. Ook heel lang favoriet: de Chileense Lantaarnboom. Want mooi, exclusief, prachtige opvallende bloemen én groenblijvend. MIJN BOOM! Maar nee. Want kan niet echt tegen wat strengere vorst, en belangrijker: punt 6. OMG wat zo’n exemplaar kost. Niet te doen als je bedenkt dat ie ook gewoon nog dood kan gaan. In dat geval zou ik dus echt huilen bij een stervende boom, vooral denkend aan dat gapende gat in mijn portemonnee.

Met dit lijstje in mijn achterhoofd startte ik mijn zoektocht. Eerst maar online, om te zien wat er overbleef met al mijn wensen. Maar steeds weer kwam ik uit bij die Chileense Lantaarboom, die toch duidelijk niet voldeed aan alle voorwaarden. En dus togen Man en ik afgelopen weekend maar naar het tuincentrum. Gewoon om te kijken wat ze daar hadden. Want eigenlijk wilde ik intussen gewoon een boom. En wel liefst metéén.

Bij Tuincentrum Meijs in Heesch zagen we enkele mooie exemplaren van de Prunus Lusitanica Angustifolia, oftewel de Portugese Laurierkers. Of ie echt uit Portugal komt betwijfel ik, en met kersen heeft ie ook al niks te maken. Maar zo heet ie nou eenmaal. Er stond er zelfs eentje nu nog in bloei, voor de tweede keer dit jaar, met kleine witte bloemetjes. In gedachten zag ik bij al die vogeltjes ook nog grote aantallen bijen en vlinders gezellig chillen in mijn boompje. Maar voor de zekerheid toch ook nog maar even naar Intratuin. Precies: voor je-weet-ooit-nooit. En bovendien moesten we toch met groter materieel komen, wilden we een van deze bomen mee naar huis kunnen nemen.

Op naar Intratuin. Op zaterdagmiddag. Poeh poeh. We zetten ons mondkapje op en stoven tussen al het spul regelrecht naar de boompjes. Ik zag het meteen. Er was er niet eentje die aan al mijn wensen voldeed. En toen wist ik: die Portugese Laurierboom moest het worden. Met dat mooie bolletje van ‘m. Wat een opluchting. Eindelijk wist ik wat ik wilde, en hoefden we dat alleen nog even te fiksen.

Nou ja, even…. We besloten onze boom met de camper te gaan halen. Want in onze auto zou ie never nooit passen. En zo parkeerden we even later de camper bij Meijs. We kochten onze boom, hij werd voor ons bij de poort gezet, en de rest was appeltje-eitje. Dachten we.

Dat viel een beetje tegen. Hij was op de eerste plaats gewoon Heel. Erg. Zwaar. En op de tweede plaats eigenlijk ook best wel Heel. Erg. Groot. We drapeerden vuilniszakken op de campervloer, en hesen de boom door de deur. Dat paste niet. De bol was te breed en de boom te hoog. Gelukkig gaven die takken wel wat mee, dus na veel geduw, getrek en gesjor hing ie binnen. Half schuin, want hij paste niet rechtop. Ik mocht bij mijn boom blijven hangen om ‘m vast te houden.

Wij wonen echt niet zo heel ver van Meijs vandaan, maar er leek geen einde te komen aan die rit. Mijn armen en benen verzuurden in rap tempo met het omhoog en in balans houden van die boom, en bij thuiskomst had ik het gevoel alsof ik zo uit de sportschool kwam, met overal spierpijn.

Met veel moeite wisten we de boom weer uit de camper te manoeuvreren. En toen schoot het bij Man in zijn rug. Nee, dat vonden wij allebei helemaal niet gek. Man kon zich het hele weekend nauwelijks bewegen. En ook nu nog strompelt hij rond alsof hij een veel te zware boom heeft getild.

Onze boom staat nog steeds te wachten. In zijn emmer. Tot we genoeg hersteld zijn om dat gat te graven voor onze nieuwe aanwinst. Nog even moed verzamelen. Maar alle vogeltjes, bijtjes en vlinders uit de omgeving heet ik nu alvast van harte welkom. Dat jullie het weten.