Urlaub in Deutschland

Man en ik zijn weer thuis. We waren met de camper bijna drie weken in Duitsland, we trokken langs de grens met Tsjechië door Beieren en daarna verder langs de Oostenrijkse grens richting het Zwarte Woud. We hadden prachtig weer, stonden ’s nachts op mooie stille camperplekken, maakten fijne wandelingen en genoten van de omgeving. Maar vakantie in coronatijd is toch anders dan we gewend zijn. Nou mijden wij van nature al drukke plekken, daar hebben we geen corona voor nodig. Maar toch was dat nu zelfs voor ons soms nog een flinke uitdaging. En er waren een aantal dingen die me opvielen.

Mode-accessoire
De Duitsers hebben een nieuw mode-accessoire: Het Mondkapje. In Duitsland is het mondkapje verplicht in alle winkels en op alle terrassen, zolang je niet aan een tafeltje zit. En dus dragen alle Duitsers zo’n lapje met zich mee. Dat varieert in de manier waarop. Je ziet ze veel bungelend aan halzen of aan polsen en ellebogen. In auto’s hangen ze aan binnenspiegels, fietsers hangen ze aan het stuur en ze steken uit tassen en broekzakken. Wat ook opvalt is de diversiteit ervan. Natuurlijk zijn er de doorsnee kapjes, de klinisch witte of lichtblauwe, maar daarnaast ook heel veel kleurrijke exemplaren of ronduit designlapjes. Man en ik doen het met de simpele witte. Daar ga ik trouwens ook geen verandering in brengen. Ik weiger het mondkapje te zien als een soort van standaarduitrusting dat moet passen bij mijn outfit. Nee, dat ding blijft voor mij een noodzakelijk kwaad, en uitdrukkelijk voorál van tijdelijke aard. En dus ga ik het niet aanpassen aan wat ik aanheb. Ik hoop dat we snel verlost zijn van de mondkapjesterreur, want er is niks zo onpersoonlijk als contact met anderen via zo’n lap stof voor je snotterd. Dus wat mij betreft is dit accessoire geen blijvertje.

Vermijd drukte
Coronamaatregel twee: vermijd drukte. Nou, dat geldt denk ik niet in Duitsland. Als je wilt weten waar alle Duitsers en de helft van alle Nederlanders zijn, ga dan eens kijken op de toeristische plekken in ons buurland. Meine Gute. Nou willen wij sowieso al nooit zijn op die plekken waar je over de koppen kunt lopen, maar nu heb ik me echt regelmatig heel erg verbaasd. Want hoezo corona? Hoezo anderhalve meter? Wij zijn de toeristische plekken maar heel snel voorbij gereden, op zoek naar rust en ruimte. Vooral dat laatste.

Campers
Mijn hemel, die campers. Man en ik gaan al dertig jaar op vakantie met de camper. Begonnen in een gehuurd exemplaar, maar al snel in ons eigen huis op wielen: momenteel rijden we ons derde exemplaar. We trekken al jarenlang door heel Europa, en overnachten dan op idyllische plekken ergens in de natuur. Maar die plekken worden steeds schaarser. En de campers steeds talrijker. Het zijn er tegenwoordig zóveel dat we er een beetje allergisch voor worden. De mooie rustige camperplekken zijn uitgegroeid tot agglomeraties van huizen op wielen die in hele colonnes soms met honderden naast elkaar in het gelid staan, de eigenaren er als harinkjes in een tonnetje tussen, onder hun luifels op hun stoeltjes in de krappe tussenruimte tussen twee witte wanden. Oh gruwel. Waar is de tijd gebleven dat er slechts een handjevol campers rondtoerde? Dat je vrolijk zwaaide naar die anderhalve medecamperaar die je onderweg tegenkwam? Dat je blij was als er op die achterafplek nog één andere camper bij kwam staan, zodat je in ieder geval niet hélemaal alleen ergens in de middle of nowhere stond. Man man…. ja ik heb heimwee. Dit jaar hebben Man en ik er beduidend meer moeite mee om ergens een rustige overnachtingsplek te vinden. Maar onze inspanningen worden beloond: we zoeken buiten de toeristische trekpleisters en overnachten op plekken waar soms niemand, en soms slechts een handjevol andere campers staan en waar het ‘s nachts fluisterstil is. Hurra, wir schaffen das!

Jongeren
Ik geloof dat de hippietijd terugkomt. Ik zie steeds meer jongeren kamperen in auto’s of kleine busjes met daarin een matras en een waterzak. Vijfenveertig jaar geleden trokken Man en ik in onze Volkswagen Kever op precies dezelfde manier naar Noorwegen. De geschiedenis herhaalt zich. Ik geloof er sterk in dat er veel jongeren zijn die de drang voelen om terug te keren naar de basis, naar de oorsprong en de natuur. Ze bivakkeren in hun autootje, vouwen zichzelf dubbel en genieten met of zonder gitaar zichtbaar van het ongecompliceerde non-materialisme. Ik juich deze ontwikkeling toe. Terug naar de essentie van ons bestaan. Love it, of het nu met corona te maken heeft of niet.

Hittegolf
En toen stond de hittegolf op de rol. Daar heb ik het niet zo op. En Hond ook niet. Man wel, die gaat met 38 graden nog gerust even lekker liggen zonnen. Ik denk dan alleen maar aan die hitteberoerte die op de loer ligt. Of die flauwte, of zonnesteek. In de camper is het al helemaal geen doen, ondanks dat we airco hebben in het woongedeelte. Vorig jaar zat ik met 40 graden hitte hele dagen opgesloten onder de airco in de camper, gelaten te wachten tot de dag weer voorbij zou zijn. Dus zijn we nu heel slim voor de hitte uit teruggereden naar huis. Op donderdagavond reden we door Grave, waar we Nederlandse friet aten en op de tv in de camper de persconferentie van Rutte volgden (ja, zo burgerlijk zijn wij. We hebben tv in de camper. En een schotel op het dak. Net als al die andere burgerlijke senioren. Ik vrees dat de rollator en het hoorapparaat ook geen verre toekomstmuziek meer zijn. Maar daar gaan we het vooral niét over hebben).

En nu zijn we dus weer thuis. En het is heet. Maar wij hebben sinds twee jaar airco in onze slaapkamer en in ons kantoor. En zonnepanelen op het dak, dus hoeven we ons niet schuldig te voelen als die airco volop staat te blazen. En dus geniet ik volop. ’s Ochtends drink ik buiten mijn koffie. En zodra het te warm wordt kruip ik in mijn schulp in mijn eigen huis. In een aangename temperatuur geniet ik van het schrijven van mijn blogs, ik lees een mooi boek, ik teken, ik schilder, ik schrijf aan teksten en werk aan een nieuw prentenboek. Af en toe steek ik mijn hoofd buiten de deur, om dan weer snel naar binnen te vertrekken. Als een soort schildpad. Wat een leven. Rundum Hause is in mijn geval zo slecht nog niet.