Kerst op Chateau Meiland (2)

Het zit er weer op, de Kerst. Wat er óók weer opzit zijn de voorbereidingen voor de kerst op chateau Meiland. Martien is nog steeds druk doende met de decoratie rondom kerst. Hij heeft bedacht dat er gouden slingers vanaf het plafond naar beneden moeten komen hangen, mooi boven de eettafel. Dat plafond, dat is echt best hoog.

Daar kun je zelfs met die onmogelijke trap niet bij. Maar dat betekent bij de Meilandjes dan nog niet dat het ook niet kán. Welnee. Je zet gewoon die trap bovenop de tafel en klimt er dan op. Hamer en spijkers mee et voilà. Maxime vraagt zich af of dat wel mag van mama, die spijkers in die eeuwenoude balken? Nou, moet je luisteren, wie gaat er hier nou over de decoratie; Martien of mama? Nou dan.

Maxime heeft besloten Claire te laten dopen, en nee, dat wordt geen doopsel maar een doping. Maxime duikelt een wit kanten jurkje van Claire op dat prima dienst kan doen als doopjurkje. Strik, maillootje en schoentjes erbij en klaar zijn de voorbereidingen. Maar niet heus. Want de pastoor laat weten dat er drie maanden voorbereiding aan vooraf gaan. Maar dan komt er een verlossend mailtje, waarin staat dat de doping toch door kan gaan. En dus bereidt Maxime alvast een woordje voor. Niet dat ze weet wat er staat, maar het ritme klinkt goed, dus zal het vast wel in orde zijn.

Dan zit er ook nog een Nederlandse vrachtwagen vast in de blubber op de oprit. Die moet er met een tractor van de buurvrouw uitgetrokken worden. De zoveelste alweer. Dat mens loopt binnen door ons, merkt Erica fijntjes op. De honden bijten nog maar een snoer lichtjes stuk, en Martien maakt zijn eigen bitterballen. De temperatuur op de frituurpan kun je niet meer aflezen, omdat die vrouw het kijkglaasje heeft schoongeschuurd. Dan zet je de pan toch gewoon op de heetste stand, zegt Maxime. En zowaar, de bitterballen komen er gewoon heel uit en de vrachtwagenchauffeur vindt ze erg goed te doen.

De chauffeur komt een grote vuurkorf met gasfles brengen. Erica en Maxime zetten het ding binnen en proberen ‘m aan de praat te krijgen. Martien heeft het er niet zo op, die kent zijn eigen familie natuurlijk ook. Met een “daar wil ik niet bij zijn,” blaast hij de aftocht. Het ding lijkt het niet te doen, maar dan opeens wel, met een enorme steekvlam. Maxime gilt. “Papáaaaaaa ik was bijna dood!! Er kwam een heel hoge vlam! In mijn gezicht!” Martien steekt zijn hoofd door de deur en is er helemaal klaar mee. Naar buiten met dat ding, en wel nu meteen.

Als ze buiten zijn, zien ze opeens een hond over hun terrein zwalken. Maxime gaat er achteraan en roept vanuit de verte “Hij heeft zijn arm gebroken!!” Waar die dan ook mag zitten. Ze komt met de hond in haar armen aangestrompeld, het beest heeft een gebroken poot en Erica en Maxime rijden ermee naar de dierenarts. Mooi hoe Erica en Maxime zich over de hond ontfermen, hier blijkt maar weer uit dat hun hart op de goeie plek zit. Chapeau dames.

Intussen is Martien bij het fornuis druk met de voorbereidingen voor de Koek en Zopie. Dan staat ineens de mouw van Nadège bijna in de fik. Waarom staat die vrouw daar ook zo raar? Ja moet je luisteren, dan krijg je dat. Gelukkig zijn de bitterballen goed gelukt, die kunnen uit de vriezer in de frituur. Voor de Franse gasten. Wat bitterballen zijn? Nou gewoon, een snack de Hollande avec de viande et bouillon et de oefs et paneermeel. Oui, paneermeel.

En verder gaat de familie ook nog schaatsen. Nee, dat vindt Martien maar helemaal niks. Maar als je eraan gewend bent valt het ook wel weer mee en weet je, dan is het eigenlijk ook wel weer leuk. Voordat het zover is, moet Maxime haar schaatsen nog zoeken. Ze vindt vanalles wat allang kwijt was, en gilt vanuit een achterafkamertje “Papáááaaaa er liggen hier allemaal lijken!!” Martien komt kijken en stelt vast dat die duizenden dooie bijen dooie wespen zijn.

Er wordt ook nog wat aan uiterlijke verzorging gedaan. Maxime verft ieders wenkbrauwen, met als resultaat twee borstels voor Martien, verf boven en onder de wenkbrauwen bij Erica en blauwe plekken van het wrijven. Maar als de gezichtsmaskers erop hebben gezeten zijn alle verfsporen én alle onregelmatigheden weg. Het gezicht van Maxime is eigenlijk bijna helemáál weg nadat ze haar masker er zowat met huid en haar afgetrokken heeft. Martien is dolgelukkig met zijn babyhuidje. Erica meldt dat dat gewoon komt omdat het vettig laagje er nu af is. “Morgen zit het er weer gewoon hoor”. Diepe zucht van Martien: “Ach mens, doe niet zo vervelend. Je haalt de hele jus eraf.”

Op het moment dat Martien op zijn trap staat om de ramen te lappen, komt de pastoor langs. En Maxime is er niet. Zul je altijd zien. Wat een gezeik ook. En waarom doet Erica de deur niet open? Bommel loopt gewoon los in de eetkamer en eet de pastoor bij wijze van uitzondering niet meteen op. Toch slepen ze hem snel het vertrek uit, voordat het beest op andere ideeën komt. Als Maxime komt opdraven schiet Martien uit zijn slof: “Waar wás je g*dverd*mme nou??” Ik hoop dat de pastoor geen Nederlands verstaat: gevalletje doping is al serieus genoeg zónder godslastering erbij.

En dan is het tijd voor de doping. Erica rijdt, want er is haast bij. Ze zijn al laat en waarom is het in dat dorp nou zo druk met auto’s? Oh er is een Marche, ja, zul je ook weer altijd zien. Erica duwt de auto in een krappe plek en hup die kerk in. Waar Maxime tot de ontdekking komt dat ze de formulieren vergeten is. “G*dverd*mme Maxime!!” Gewoon hardop. In de kerk. Misschien is een voorbereidingscursus hier toch wel op zijn plek. Dan begint de doping. Voor Claire is de kerk zo’n beetje een soort Monkey Town. Ze klautert en klimt en hangt in haar witte kanten jurkje op de kop onder de banken. Op het moment suprème worden ze allemaal sentimenteel, zelfs Erica moet een traantje wegpinken. Het blijft bijzonder, zo’n doping met de kleine Claire.

En dan is er het kerstdiner. Martien en Erica racen naar de traiteur, de tafel wordt feestelijk gedekt, de borden worden opgemaakt en het gezelschap kan aan tafel. Montana moet toch wel weer een beetje wennen aan alle drukte. Daar hebben wij thuis vanaf onze bank nou echt totáál geen last van. Kom maar op met die nieuwe serie in het voorjaar, ik ben helemaal vóór.