Uit mijn comfortzone

btr

Man en ik zijn in Italië. Helemaal in de teen. We zijn met de camper, maar de heenreis deden we met de bestelbus van Zoon. Want Zoon, Schoondochter en Kleindochter wilden ook naar het zuiden van Italië. En zo vertrokken zij vier weken eerder met onze camper, en reden wij met de bus naar het zuiden. Eenmaal daar ruilden we: wij de camper en zij de bus terug naar huis. Die heenreis in die bus, dat was een ervaring op zich.

Het begint allemaal een kleine week voordat we vertrekken. We moeten zo’n 2000 kilometer rijden om bij Zoon en Schoondochter te komen. We vertrekken op donderdag, en schatten in dat we op zaterdagmiddag zullen arriveren. We moeten dus twee nachten overbruggen. Ieder normaal mens gaat dan gewoon twee nachten in een hotelletje. Dat is ook mijn eerste gedachte. Ik begin mijn zoektocht dus bij Booking.com en Airb&b. Maar dat valt nog niet zo mee, met én een hond én niet te ver van de route. Met de camper zouden we gewoon een camperplek doen. Maar ja, die camper hebben we dus nu niet. We hebben de bus. En dan ineens schiet de gedachte in mijn hoofd: de bus!! We kunnen toch gewoon in de bus slapen??? Soms wou ik echt dat ik gewoon niet op dit soort gedachten kwam. Gewoon NIET. Maar ja, niet meer terug te draaien, het zaadje is geplant.

Vroeger gingen Man en ik met de Volkswagen-kever op vakantie. Tentje mee en wildkamperen. Dat vonden we leuk. Dus als we dat toen leuk vonden, waarom zou het nu dan niet meer leuk zijn? Gewoon even uit die comfortzone. Het zijn maar drie nachtjes in de bus: twee onderweg en eentje op de camping bij Zoon en Schoondochter. Naast onze eigen camper. Eitje. Denk ik.

Ik begin mijn plan uit te werken. Er moet een matras in de bus. Ik zoek naar camperplekken op de route. En ik kijk hoe koud het daar ’s nachts wordt. Hm, best fris. Er moet dus wel een kacheltje mee. En we moeten camperplekken hebben met wc. Dat is best belangrijk. Sowieso best een ding, die wc. Want die moet niet heel ver weg zijn, voor als ik er ’s nachts uit moet. Zijn er eigenlijk ook kleine meeneemwc’s? Ik heb het nog niet gedacht of ik zit al op google. Die wc’s bestaan. Ik zie wc-emmers in hippe kleuren en lees positieve recensies. Toch wel handig eigenlijk, zo’n emmer. Voor noodgevallen. Ik bestel een emmer. Zoals ik al zei: soms wou ik echt dat ik gewoon niet op dit soort gedachten kwam.

Op woensdag brengt de bezorger de emmer. Gelukkig zit die in een grote dichte doos. Ik haal de emmer eruit. Het is een mooie emmer, met wc-bril en deksel. Ik hang er een vuilniszak in. Eigenlijk niks mis mee. Ik zet de emmer bij de tassen die mee moeten. Man en ik sjorren het matras van ons logeerbed, sjouwen dat de trap af en duwen het de bus in. Past precies. Maar nu pas valt me op dat de laadbak dicht is. Er zit een wand tussen de achterbank en de laadbak. In de laadbak zitten ook geen ramen. En geen ventilatiegaten. De deur aan de achterkant zal dus op een kier moeten blijven voor wat lucht. Dan moet de camperplek wel echt veilig zijn. Misschien toch ook maar eens zoeken naar campings.

Ik vind een camping op 750 kilometer afstand, in het zuiden van Duitsland. Dat lijkt me een goede optie. Ik zet onze verwarmingsradiator in de bus en maak die met tie-rips vast aan de wand. Man koopt een speciale stekker voor de stroomkasten op campings en camperplekken, want de onze zit in de camper, en de camper….precies. Oh en de grote haspel moet mee, anders hebben we nog steeds geen stroom. ’s Ochtends wil ik wel graag koffie, dus een waterkoker zou ook wel handig zijn. Man heeft op school nog een exemplaar en brengt het ding mee naar huis. Hup, bij de spullen. Nu nog wat flessen drinkwater, een jerrycan met water en de tas met etenswaren. We zijn er klaar voor. Op donderdagochtend om half tien vertrekken we met onze wannabee-camper richting zuiden. Als het een beetje meezit zijn we vroeg op de avond op die camping.

Het zit niet mee. We hebben onderweg veel files. Eigenlijk rijden we de ene na de andere file in. Het houdt behoorlijk op. Gelukkig hebben we eten aan boord: ik heb bij de jumbo nog snel twee bakken salade gehaald voordat we vertrokken. Heel slim, blijkt nu. Scheelt weer tijd. Pas als het al begint te schemeren komen we op de camping aan. Die staat ramvol. Een stukje verderop is een camperplek; een terrein waar al een aantal campers staat. Er zijn alleen geen wc’s. We stallen de bus naast een ander soortgelijk busje. Er staan er nog twee, en ik vraag me af waar die mensen in vredesnaam hun behoefte doen..? Die hebben vast niet ook zo’n emmer in hun bus. We installeren ons op ons matras en kruipen diep onder de twee dekbedden. We staan aan de voet van een piste, en dat is aan de temperatuur ook wel te voelen. Er ligt geen sneeuw, maar het is wel koud. Gelukkig heb ik mijn kachel. Maar de stroomkast werkt op muntgeld, waarvoor je dan een limiet aan stroom krijgt. Er is dus een grote kans dat we midden in de nacht onze bus uit moeten om opnieuw stroom te kopen. Dat is geen prettig vooruitzicht. Dus bespaar ik op de elektriciteit. Ik zet de kachel alleen even aan als het echt heel koud wordt. Ondertussen hou ik in de gaten of Hond niet teveel bibbert en stop hem regelmatig onder zijn deken. En o ja, er moet ook nog wat geslapen worden. Veel meer dan hazenslaapjes wordt het niet.

En dan wordt het ochtend, we zijn om 6 uur op. We zetten oploskoffie, wat in deze omstandigheden een enorme luxe is. En we eten brood. Echt wel gezellig zo, dat kneuterige in die bus. Maar dan moet ik naar de wc. Gelukkig heb ik mijn emmer. Toch is één ding zeker: mijn hobby gaat dat niet worden. En eigenlijk wil ik ook gewoon een douche. We poetsen onze tanden, wassen onszelf met ijskoud water en kleden ons aan. Nog even een rondje wandelen met Hond, en dan vertrekken we. Zodra we in de bus zitten google ik naar een overnachting met een echt bed, een dichte deur, een wc en een douche. Ik vind een hotelletje op de route, waar Hond mee mag. Ik boek meteen en leun tevreden achterover. Uit je comfortzone is heel goed voor je relativeringsvermogen, maar het moet gewoon niet al te lang duren. Nog 900 kilometer te gaan naar een bed, douche, en vooral: een echte wc. Je kunt maar ergens heel gelukkig van worden. ?