Don’t press the button

Zodra je kinderen krijgt gebeurt het. Er ontstaan allerlei processen in je lijf waarop je geen enkele invloed hebt. In de boeken en op internet kun je er alles over lezen, alles is terug te vinden, alles is op te zoeken. Behalve één ding. Je leest er niks over en je hoort er ook nooit over. En toch is het er. Zodra je zwanger bent: bammmm, de ZORGENKNOP. Ik heb ‘m nu al ruim dertig jaar. Die knop wordt tijdens je eerste zwangerschap ergens in je hoofd geactiveerd en staat voorgoed op AAN. Want nee, je kunt hem niet uitzetten. Nooit. Niet overdag, niet ’s nachts, niet tijdens je werk, niet tijdens je vakantie en ook niet als je kinderen groter worden. De knop werkt continu. Want er is er altijd wel eentje waarover je je zorgen maakt. Liggen er drie veilig in hun bed, hangt de vierde ergens halverwege de oceaan in de lucht. Of zit op een snelweg in code oranje vanwege hevig onweer, sneeuw, ijzel, extreme storm of ander onheil. Soms zijn ze gewoon thuis in hun eigen huis en hoef je je geen zorgen te maken. Denk je. Maar dan blijken ze onderweg naar het ziekenhuis of huisartsenpost met een of ander naar plotseling opkomend iets. De Zorgenknop maakt ook overuren als je kind niet gelukkig is, als dingen tegenzitten of als je kind verdriet heeft. Toen onze kinderen klein waren en ik er zelf nog alle controle over had, kon de Zorgenknop af en toe wat tot bedaren komen. Dat gebeurde wanneer ze allevier thuis in bed lagen. Ons hele gezin bij elkaar, veilig en geborgen onder één dak. Wat genoot ik daarvan: die rust in lijf en hoofd. De Zorgenknop even op standje sluimer. Maar kinderen worden snel groot. En gaan hun eigen weg. Overdag, maar ook ’s nachts. Op de fiets naar de discotheek een dorp verderop, waarbij je er maar op moest vertrouwen dat ze hun voor- en achterlicht aanzetten, dat ze niet in de sloot belandden (wel, hoorde je pas veel later), dat ze veilig thuis zouden komen. Als ze volwassen worden gaan ze het huis uit, wonen op zichzelf, rijden auto, struinen ’s nachts in hun uppie door achterafsteegjes in allerlei steden, maken vliegreizen of trekken maandenlang met backpack in hun eentje door de outback ergens aan de andere kant van de wereld. Afgelopen weekend vertrok Dochter voor haar studie naar Curaçao, voor een periode van twee maanden. Da’s kostje voor de Zorgenknop. Ze studeert Marinebiologie en zal daar veel duiken gaan maken. Huppetee, AAN die knop. Andere Dochter vertrok afgelopen nacht met oudste Zoon richting IJsland. Voor een korte vakantie samen. Hartstikke leuk. Maar Dochter heeft griep. Ik zwaai het pipse gezichtje uit en voel hoe de Knop weer overuren draait. Eerst naar Frankfurt rijden, dan de vlucht, daarna meteen door naar de Blue Lagoon, dan naar hun hotel. Zorgenknop blijft maar malen. Soms wou ik dat ik ‘m even kon uitschakelen. Heel af en toe, als we met zijn allen bij elkaar zijn, verdwijnt de knop naar de achtergrond. Dat is héél fijn. Toch heb ik intussen leren leven met de knop. Hij hoort erbij. Schoondochter en oudste Zoon (jaaaahaa, papa’s krijgen ‘m ook gratis en voor niks) hebben ‘m intussen ook. Ik vermoed zomaar dat ie bij hen ook altijd aanstaat. Maar gelukkig krijg je met je kinderen gelijktijdig ook heel veel andere knoppen: die van Geluk, Blijheid, Vrolijkheid, Dankbaarheid, Genieten, Verwondering, Trots en Vertrouwen. Ik geef toe, die laatste is wat lastiger. Komt door Zorgenknop. Want één ding weet ik: die wil er maar al te graag bij zijn. En nee, da’s lang niet altijd nodig. Dat weet ik, dat weet mijn hoofd, dat weet mijn lijf en mijn verstand. Nu alleen die knop nog zien te overtuigen. En da’s nog best een dingetje.