Bewegen

Ik heb een natuurlijke weerstand tegen alles wat MOET. Zodra iets moét, vind ik het al niet meer leuk en doe ik het al bij voorbaat liever niet. Omdat het iets van dwang inhoudt, alsof ik geen keuze heb. Dat geldt ook voor bewegen. Als je niet beweegt, roest alles vast. Ik wil liever niet vastroesten. Dus moet ik bewegen. En daar begint het. Want daar zit dan weer dat moeten in. En meteen heb ik de neiging om dat dan vooral maar uit de weg te gaan. Maar ja, dat vastroesten hè. Nou heb ik twee dingen bedacht om bewegen toch vooral leuk te houden:
1. Ik vervang moeten door mogen of kunnen en zeg tegen mezelf: ik MAG bewegen en ik KAN bewegen. Dat geeft toch meteen een héél ander gevoel.
2. Ik ben gaan nadenken over wat ik nou een echt leuke vorm van bewegen vind. Sporten of de sportschool voelt voor mij meteen weer als moeten (want abonnement is betaald, want al te lang niet meer geweest, want team of medesporter rekent op me, want moet op vaste dag en vast tijdstip). Bij alles wat ik aan sport of beweging heb gedaan, begon die vaste ochtend of avond me toch weer tegen te staan. Waardoor het weer een moeten werd. Maar nu ben ik eruit. Ik beweeg alleen nog op momenten dat ik er zin in heb of vind dat ik het nodig heb, en alleen nog op de manier én op plekken die ik zelf uitkies. Zo hou ik van bewegen als het niet hoeft. Dat kun je altijd en overal: zomaar een stukje rennen tijdens een wandeling met de hond. Over een omgevallen boomstam klauteren terwijl je er ook gewoon omheen kunt. De trap oprennen. Samen met je kleinkind onder stoelen doorkruipen. Langeafstandspaden wandelen met je zus. Fietsen (hoewel dat met mijn e-bike niet meer echt onder bewegen valt). Dat bewegen echt nodig is ontdekte ik een poos geleden. Het plan was om vanuit stand met twee voeten tegelijk en knieën opgetrokken richting neus een sprongetje te maken. Wat dus niet ging. Mijn voeten kwamen los van de grond, maar daar bleef het dan ook bij. Daar schrok ik van. Werk aan de winkel, begreep ik meteen. En dus begon het Grote Beweegplan. Thuis bewegen is het adagium. Nou hebben wij een loopband en een crosstrainer. Heel handig. Maar die gebruik ik dus niet. Nee, ik beweeg gewoon in de huiskamer, met de radio aan, de gordijnen dicht en de deur op slot. Dat van die gordijnen en die deur snap ik zelf eigenlijk ook niet goed, maar het voelt toch altijd wat gênant als je in je eigen huis staat te hupsen. Wat vreemd is, want er zijn genoeg plekken waar mensen dat massaal en public doen. Soms zet ik een dans-of fitness-instructiefilmpje op van internet. En soms doen mijn dochters mee. Dan werken we een intensief programmaatje af en doen nog wat aan hoelahoepen. Laatst was kleindochter hier en begon ik automatisch wat op muziek te bewegen. Kleindochter keek me bevreemd aan en moest toen heel hard lachen. Vooral toen ik met twee voeten tegelijk omhoog sprong. Meteen probeerde ze het zelf ook. Het lukte haar nog niet, maar het zal vast niet lang meer duren of we springen samen als kangoeroes door de kamer. Aan mij zal het niet liggen. En voor iedereen die niet zeker weet of ie nog wel soepel genoeg is: spring eens met twee voeten tegelijk vanuit stand in de lucht. Met je knieën opgetrokken richting neus. Als dan binnenkort overal in mijn omgeving gordijnen plotseling gesloten worden dan weet ik wel hoe laat het is.