


IJsland. Het stond al héél lang op mijn bucketlist. En nu ben ik er. En wowww, wat een belevenis, wat een prachtig land, wat een ervaring. Eigenlijk niet in woorden te vatten. Ik roep de hele dag alleen maar dingen als “Wowwww! Oe! Zooo móóóói! Niet normaal! Bi-zar!”
Man en ik doen een week IJsland en rijden de zuidelijke weg tot Höfn en daarna de Golden Circle. De eerste dag rijden we vanaf Keflavik naar Grindavik, waar die brandende lava-scheur recentelijk nog in het nieuws was. Het was mistig, iedereen uit het plaatsje was nog steeds geëvacueerd en er was vrijwel geen verkeer. We zagen lavavelden langs de weg, die nog werd gerepareerd. Er kwam rook uit de berm, en ja, dat geeft toch een ietwat beklemmend gevoel in een land dat bestaat uit actieve vulkanen, vuurspuwende bodems en bevingen in de aardkorst. Het is even wennen.
Maar IJsland, wat ben je MOOI . En véél. Heftig ook. Overweldigend. Onvergetelijk. Watervallen die je de adem benemen, indrukwekkende gletsjers waarbij je je zo intens nietig voelt, ijsschotsen die schitteren in de zon, spuitende geisers, warmwaterbronnen, wild kolkende azuurblauwe rivieren, beukende golven op zwarte stranden, vulkanen en bodems vol lava. Wat we óók nooit meer zullen vergeten is de ijs- en ijskoude wind. Hallelujah. Even uit de auto zonder jas, muts en dikke sjaal is een no-go. Echt. We hebben in een heel zware storm buiten op een pad naar een gletsjer gestaan, en daar heb ik van pure angst heel hard staan gillen, bang dat ik zou wegwaaien.
Wat we ook niet gaan vergeten is hoe duur hier alles is. Wij leven op sla, aardappelsalade, yoghurt, bananen en brood. Want voor één pizza of burger betaal je algauw 25 tot 30 euro. We zien in de supermarkt dan ook veel toeristen kant en klaar maaltijden scoren, dat is dan wel weer een grappig fenomeen.
Nog twee dagen, dan zit het er weer op. We wachten nu nog op één ding: het Noorderlicht. Dan kan ik mijn dagelijkse vocabulaire ook gewoon blijven hanteren. We houden hoop. Want wow wow wowwwwwww!