
Het was vaste prik vroeger bij mij thuis: na de carnaval begonnen we aan ons vastenritueel, wat tot aan Pasen duurde.
Het ging erom dat we al het snoep dat we in die 40 dagen kregen, bewaarden. Voor dat doel kregen we ieder een blikken trommeltje. Liefst een groot exemplaar, want daar kon lekker veel in. Alsof je dan ook méér kreeg; maar die vlieger ging dan weer niet op.
Op de zondagen mocht je er wat uit pakken, maar het was eigenlijk de bedoeling dat je het vasten tot Pasen volhield. Ik had toen al geen ruggengraat als het op snoepen aankwam: iedere zondag slonk de inhoud van mijn trommeltje zienderogen. Maar met Pasen zat er toch altijd wel wat in om heel blij van te worden. En trots op te zijn.
En nu bedacht ik ineens dat het voor onze vijf oudste kleinkinderen – van 4 tot 9 jaar-misschien ook wel heel leuk en goed en pedagogisch verantwoord en zo zou zijn om dit eens te proberen. Het is tenslotte nooit verkeerd om jezelf eens iets te ontzien. En dus kocht ik bij de Action vijf heel mooie doosjes met deksel. Ik vertelde de koters heel in het kort over Mozes en die 40 jaar in de woestijn, en dat daar de 40 vastendagen van zijn overgebleven. Toen ik met mijn doosjes op de proppen kwam waren de meiden meteen enthousiast. Ze versierden de doosjes met hun naam en stickers en namen ze mee naar huis. “Ik ga op zondag écht niks opeten hoor,” beweerde er al eentje stellig.
Ik ben heel benieuwd. Vooral ook of ze mijn ruggengraat hebben geërfd. Laten we maar hopen van niet. Zodat ze kei-trots kunnen zijn op hun kei-volle vastentrommeltjes.