Ik beken. Ik heb het nu echt gedaan. Het voelt als een soort van heiligschennis. Ieder jaar was het voor mij No Go: al met kerst bezig zijn nog voordat die goeie Sint het land uit was. Want Sint passeren, dat doe je gewoon niet. Pas ná 5 december kwam die boom plus toebehoren het huis in.
Maar toen. Vorige week. Toen werd het ineens overdag donker. Ik kon de weg in huis alleen nog maar vinden met de lampen aan. En dat was nog niet alles. Want het begon ook te SNEEUWEN.
Er vielen zulke mooie grote sneeuwvlokken dat het potdorie wel kerstmis leek. En toen ik dat eenmaal had bedacht, was het gewoonweg niet meer te stoppen. Licht, dat was wat ik wilde. En gezelligheid. Knus. Lampjes, frutsels en huisjes, dat vooral ook. Voor de kleinkinderen. Voor ik het goed en wel besefte had ik de dozen al van zolder gesleept en niet veel later straalde de uitstalling me tegemoet. Huisjes met lampjes, poppetjes die ik in de winkels al niet had kunnen weerstaan, en Jozef, Maria, kindje Jezus en de hele beestenboel. Ik had ook een rails met treintje, op batterijen. Maar die trein donderde om de haverklap van die rails. En die kerstman-machinist lag ook steeds op apegapen. De trein gaat dus terug naar waar ie vandaan kwam.
De boom – geen echte, maar een wit takkending met lampjes eraan- zet ik pas na 5 december. Uit respect voor de Sint. Ik hoop dat Sint en Piet vanwege die kerstuitspatting niet weigeren langs te komen. Want die 9 niet-gevulde schoentjes krijg ik nevernooit uitgelegd aan die koters. Volgend jaar wacht ik gewoon weer tot ná 5 december. Als het tenminste niet al kerstmis lijkt vóór die tijd. Beloofd.
vfcyp9