Eigenlijk weet ik ook niet waarom ik het elk jaar weer doe, want het is iedere keer wel wat. Het zetten van De Boom. Dit jaar heb ik een ielig exemplaar, omdat alle bomen op dat veld ielig waren en deze dan nog best wel wat leek. Maar eenmaal thuis zag ik pas dat ie wel heel erg ielig is, en dat lampjes, ballen en slingers dat eigenlijk niet kunnen verhullen. Maar goed, het kan altijd nog erger rondom Boomperikelen, zag ik gisteren bij Chateau Meiland.
De uitdrukking ‘Schoenmaker blijf bij je leest’ vind ik vooral heel erg van toepassing op Martien Meiland. Ik zag hem af en toe op tv voorbijkomen in andere programma’s dan die over zijn leven op het chateau, en die Martien vond ik echt totaal niét leuk. Te gemaakt, te nep, te geforceerd. Gewoon niet de Martien waar ik steeds zo om moet lachen als hij bezig is op zijn kasteel. Ik was dus een beetje huiverig voor deze kerstafleveringen, beetje bang dat het hele programma niet meer zo spontaan en authentiek is als het was, na het winnen van de Televizierring en zijn rol als presentator. Maar hee, mijn vrees bleek ongegrond. Ik heb weer ouderwets tranen gelachen. Mijn advies aan Martien: blijf bij je leest. Echt. Dan blijven we genieten.
We zien hoe de familie het chateau in kerstsfeer brengt. Het begint met een bestelbus vol zware grote kunstkerstbomen. De hoogste is vier meter en moet in de hal komen. Voortvarend beginnen ze de boom uit te pakken. Het is nogal een gepuzzel, zo’n nepboom opzetten. Want alle takken, groot en klein, moeten handmatig worden uitgevouwen. Daar alleen al zijn ze uren mee bezig. En moet die staak onderin er nou wel of niet bij? Niet, besluit Martien. En waarom weet Nadège wél meteen hoe het moet? Omdat zij intelligent is, oppert Maxime.
Dan moeten er de lampjes in. Nou heb ik al moeite met een snoer van honderdtwintig lampjes die standaard in de knoop zitten. Ik schrik me dan ook het apezuur als Maxime doodleuk een frothoop van 1500 stuks voor de dag haalt. 1500!! Allemachtig. Maar onder veel gedoe en ‘wat een gezeik’ en de gammele hoge trap waar Martien vast en zeker nóg een keer vanaf gaat donderen, hangen de lampjes dan toch in de boom. De stekker gaat erin. En dan doen ze het niet. Ja, ze doen het even. En dan niet meer. Je zou van minder een rolberoerte krijgen. Martien en Maxime besluiten er een nieuw snoer bij te hangen. Aaargghhh. Daar komt weer zo’n knoop van 1500 lampjes.
Martien maakt zich intussen zorgen over zijn witte wijn die warm staat te worden. Nee, dat moeten we niet hebben. “Ik wil rooie wijn,” meldt Erica doodleuk. Martien: “Nou wil ze weer rode wijn.” Zucht. En dan die blik erachteraan.
De honden vinden de boom en de ballen ook erg interessant. Op een gegeven moment heeft er eentje een hele kerstbal in zijn bek. Oh mijn god. Als hij die bal kapot bijt is de ellende niet te overzien. Glas in zijn bek en in het ergste geval in zijn ingewanden. Maar gelukkig weet Martien de bal er ongeschonden uit te wurmen. “Is er bloed?” vraagt Maxime. Nee, geen bloed. Wel een bek vol glitters. En dóór.
Ook de tweede serie lampjes geeft de geest. Nu wordt het menens: dit is toch echt de schuld van de electriciën. Die gaan ze dus maar eens bij zijn lurven grijpen. Wat een gezeik ook met die man. Wordt vervolgd denk ik.
De kat heeft zich gezellig op de mooi gedekte tafel genesteld. Op het witte brocante kleed. De kat moet daar weg, vindt Martien. De kat vindt van niet. Als ze wordt opgetild zet ze haar nagels in het kanten kleed. Oeps. Wat een gezeik ook, zo’n kat. Martien doet aan een natuurlijk uitstervingsbeleid qua levende have: “Als ze dood zijn komt er geen enkel dier meer bij.”
En dan moet de buitenkant van het chateau nog worden opgeleukt met lampjes. Op 45 meter hoogte. Dat wordt wel een dingetje. Ze turen uit het raam boven, maar besluiten toch maar niet zelf op dat dak te klimmen. Wat een verstandig besluit. Erica weet de oplossing: ze huren gewoon een hoogwerker. Eitje.
Dat rijden met zo’n hoogwerker valt nog niet zo mee. Bedienen van het ding ook niet. Als ze eindelijk op de plek staan en Maxime en Erica met helm en gezekerd en wel de hoogte ingaan, sterft Martien duizend doden. Maxime gilt dat ze naar beneden wil, terwijl Erica stoïcijns pogingen blijft doen lampjes te bevestigen, niet uit het bakje te vallen en tegelijkertijd naar beneden te manoeuvreren. Goed, klus geklaard. De gasten kunnen komen.
Nou ja, bijna dan. Want het is graftakkenkoud in het kasteel. Martien haalt nog maar wat brandhout voor in de kachel. En voor de rest kruipen de gasten dan maar wat dichter bij elkaar. Want weet je, het blijft natuurlijk wel een chateau. En dan heb je dat. Gewoon. Weet je.
Erica rammelt nog maar wat op haar pas aangeschafte drumstel. Want straks begint het seizoen en dan mag het niet meer. Ram er nog maar wat op los meid.
Ik heb vanaf mijn bank weer meerdere keren hardop moeten lachen. Het was weer ouderwets familie Meiland zoals ik hen het liefst zie. In hun eigen cocon, temidden van chaos, tegenslag, ‘slimme’ oplossingen, spontane uitroepen (Maxime: “Papáaaaa waarom luistert mama nooit??) en heel veel gedoe. Buurman en Buurman in het kwadraat.
Ik ben nog steeds fan. Zolang Martien maar gewoon blijft waar hij hoort, rommelend in zijn kasteel. Samen met Erica, Maxime en Claire. Want weet je: dan is ie gewoon op zijn best.