Wij hebben als gezin zo onze tradities. Een daarvan is de intocht van sinterklaas op tv. Dat keken we als gezin altijd gezamenlijk; met zijn allen op de bank, met erbij worstenbroodjes en warme chocomel met slagroom. Dat deden we al toen de kinderen klein waren, zijn we blijven doen toen ze allang groot waren en doen we nog steeds. Waarbij de geschiedenis zich herhaalt, want in plaats van alleen maar groot volk op de bank, kijken nu de kleinkinderen mee!
Afgelopen zaterdag was het zover: de Sint kwam weer in ons land. Wij zitten er met zowat ons hele gezin weer klaar voor, compleet met drie kleine kindertjes met roze pietenmutsjes op hun hoofd. Voor de gelegenheid heb ik het speeltafeltje met de kleine stoeltjes op de plek gezet van de salontafel. Kunnen we allemaal lekker zitten, eten, drinken en kijken tegelijk. Toch?
Nou, niet precies. Eigenlijk is bij ons ook traditie dat de tv wél aanstaat, dat we allemaal op de bank zitten en ons volproppen met worstenbroodjes en chocomel, maar dat geen mens het programma ook echt volgt. Ik weet niet hoe dat komt, maar dat was vroeger al zo en dat is het nog steeds. Op de een of andere manier lukt het ons gewoon niet om te blijven kijken. Eigenlijk mag van mij het programma best een eind worden ingekort. Zeg maar zo’n 90 minuten korter. Want alleen die állerlaatste minuten is waar de aandacht er wel even is: als Sinterklaas zegt dat iedereen de schoen mag zetten. Hè hè, wat een opluchting ieder jaar weer.
Dit jaar gaan de drie kindjes braaf op hun stoeltjes zitten, maar ik verdenk ze ervan dat ze dat alleen maar doen omdat er worstenbroodjes, krentenbollen en krollen met speculaas op tafel staan. Voor de verantwoorde opvoeding smeer ik voor ieder een boterhammetje met hartstikke gezonde banaan, wat ze lekker oppeuzelen voordat ze zich storten op de krentenbollen. Maar zodra de buikjes rond en gevuld zijn begint het grote Rondwandelen Met Krentenbol, Krol en Speculaas. De twee kleintjes boeit die hele sinterklaas niet; ze rennen met hun krentenbollen en strooien kruimels in het rond of ze zwarte Piet zelf zijn. Oudste Kleindochter van 4 vindt het wél boeiend, althans op het moment dat die trein eindelijk arriveert. Maar dan nog moeten we haar erop attenderen: “Kijk!! Daar komt de trein!! Zie je? Kijk, kijk dan! Jaaaa, daar is ie, Sinterklaas!” Want als we het zo niet doen gaat het hele moment voorbij zonder dat het iemand opvalt. Dus tja.
Grootste Kleindochter blijft ook niet heel lang op haar stoeltje zitten en sjeest vrolijk met de twee anderen door de kamer. En dan zijn daar dan toch opeens die laatste minuten. Dat zien we pas als het te laat is. Kleindochter heeft het niet gezien. Ik probeer het terug te spoelen, maar helaas, dat wil Trined niet. Ze moet het maar gewoon geloven. “Je mag je schoentje zetten!” verzeker ik haar, “dat zei Sinterklaas!” “Oh,” zegt Kleindochter, niet onder de indruk, “maar dat heb ik al gedaan.”
Kleindochter houdt namelijk graag zelf de regie. Zo heeft ze ook de bouwvakkers die hun huis verbouwen gevraagd om het gat in het dak – voor de lichtstraat straks- maar open te laten, zodat Piet naar binnen kan om de schoentjes te vullen. Want nee, ze hebben geen schoorsteen en de deur is op slot.
De tv kan uit. Het is Sint en zijn Pieten weer gelukt ons land in te komen, wat toch ieder jaar weer een grotere uitdaging wordt. De tijd van strooigoed, sinterklaasliedjes en luisterpieten is weer aangebroken (bestaan die trouwens nog, luisterpieten?? Of mag dat ook niet meer? Misschien voelen bepaalde groeperingen zich dan aangetast, bijvoorbeeld beroepsmatige spionnen- ik noem maar wat). Hoe dan ook: ik ga nu mijn schoen zetten. Gewoon bij de schuifpui. Want ook zonder gaten en kieren in mijn huis lukt het Piet toch ieder jaar weer om daar iets in te stoppen. En dat blijf ik gewoon kei-en keiknap vinden.