Nou nou nou, het was me nogal wat met de citytrips van de boeren. Die slingerden van het ene uiterste naar het andere. We zagen ultiem geluk, verliefdheid en vrolijkheid, maar ook twijfels, somberte en onzekerheid. En vanaf mijn bank snapte ik heel vaak heel veel dingen weer niet zo goed: er werden nogal wat uitspraken gedaan waarbij ik toch wel even mijn wenkbrauwen fronste.
Zo is daar Jaap met zijn Marian, in het mooie Noorwegen. Die twee lijken stapelverliefd, en vooral Marian heeft het zwaar te pakken. In eerste instantie denk ik dus ‘Mooi, kat in ‘t bakkie’. Maar dan begint Jaap uitspraken te doen waar ik dus geen bal van snap. Hij zegt tegen Marian dat het allemaal toch best wel wennen is, hoor. Dat het allemaal een beetje veel is. En dat ze wel moeten blijven nadenken. Ik denk dat hij eigenlijk bedoelt dat hij na vijftig jaar in zijn eentje opeens heel heftig terugverlangt naar – al was het maar- vijf minuten in zijn eentje. Marian begrijpt het gelukkig helemaal, maar dan maakt Jaap het nog een tikje erger door drie keer te verkondigen dat hij echt echt echt niet twijfelt. Dat ze dat moet geloven. Dat ze zich daar geen zorgen over hoeft te maken. En nou weet ik het dus niet meer. Komt Jaap weer tot zichzelf als hij straks weer veilig onder de rook van Schiphol tussen zijn bloemen staat? Wellicht heeft hij dan toch wat meer lucht. Want vierentwintig uur per dag ineens op elkaars lip is misschien ook best een beetje heftig. Maar of Jaap eraan kan wennen?
Wim en Marit hebben het alleen maar leuk en doen allerlei dingen die Marit als backpacker ook zou doen. Ik ben even bang dat ze ook in een hostel moeten slapen, om het beeld compleet te maken, maar gelukkig mogen ze van het programma in een gewoon hotel. Het reizen van Marit wordt opnieuw aangekaart, en Marit verkondigt dat ze misschien eigenlijk ook best wel hier wil blijven. Voor zolang het duurt. Ik weet het niet, Marit is gewoon niet zo’n typje dat zich wil laten settelen, geloof ik. Zou me niks verbazen als ze niet bij de reünie is omdat ze met haar backpack ergens op een bergtop in Verweggistan zit. En de vraag is maar net wanneer ze daar dan weer voorgoed vanaf komt.
Michelle houdt heel graag zelf de regie, overal over. Maar vooral ook over Maarten. Die mag op een terrasje gaan zitten terwijl zij op jacht gaat naar maanstenen en dromenvangers. Maarten vindt het prima, zolang hij die winkels maar niet in hoeft. En als hij dan wél een winkel in wil dan is Michelle verbaasd dat hij juist dié winkel in wil en blijft ze stoicijns buiten staan. Michelle heeft het in de zon te heet, vindt het stinken op de vis- en vleesmarkt en vindt dat je elkaar geen zoen kunt geven over de tafel heen. Ik hoop dat Maarten de Michelle-gebruiksaanwijzing weet te vinden, anders loopt het spaak ben ik bang. Maar er gloort hoop, want Michelle geeft toe dat ze verliefd is. Nu nog een modus vinden om daarmee om te gaan.
Tussen Steffi en Roel zit het wel snor. Steffi kan alleen niet verder dan vijf kilometer van huis, vanwege al die paarden die regelmatig ineens weer iets moeten. Maar dat gaat Roel wel oplossen, die komt gewoon richting Boekel. Behalve de paarden en Roel heeft Steffi nóg een droom: een eetcafé beginnen. Met uitzicht op de paarden. Ik zeg doen! Ik schuif aan, zeker weten. Zolang ze die tafels maar niet tussen de paarden zet.
Ach ach ach, onze Marnix tenslotte. Poeh hee. Het valt allemaal niet mee. Marnix vindt het ‘beter om je eerlijk uit te spreken dan om maar wat door te etteren’. Ik val bijna van de bank als ik hem dat hoor zeggen. Ik verwacht dat Janneke nu dan toch eindelijk echt wel zal gaan sláán, maar nee. Wel heeft ze nu door dat het er met Marnix echt niet inzit. De vlinders zijn er niet. Het programma haakt daar handig op in door hen naar een vlindertuin te sturen, maar helaas blijven de vlinders ook daar buiten het bereik van Marnix, hij voelt ze niet en dat blijft ook zo. En in het kader van eerlijkheid vertelt hij dat dan ook weer aan Janneke. Ik was allang met koffer en al vertrokken, maar Janneke zit de dagen braaf uit. Aan haar ligt het niet. Oh en Marnix vond een tegeltje met een wel heel toepasselijke spreuk: ‘Hier is niet schoongemaakt, maar je bent toch welkom’. In het Duits. Toch handig om te weten.