Ik krijg een appje van een mede-oma uit mijn omgeving: “Heb jij verstand van tussenstukken van een maxi-cosi wandelwagen? Heb ze erop geklikt maar krijg ze er nu niet meer vanaf.” Dat zou zomaar een appje van mezelf kunnen zijn. Ik heb geen verstand van maxi-cosi’s en ook niet van tussenstukken, maar twee weten wellicht meer dan een, dus sta ik even later in haar huiskamer en buigen we ons over koppelstukken die eraf moeten kunnen maar dat absoluut niet van plan zijn. Mede-oma zet haar kleindochter in een kinderstoeltje en googelt intussen op haar mobiele telefoon het koppelstukprobleem. Google zegt dat we alleen maar wat knopjes hoeven in te drukken. Dus drukken we de knoppen van de koppelstukken in, trekken tegelijkertijd, duwen, draaien, proberen het als één van ons trekt en de ander de knoppen indrukt, met de draaghendel omhoog en met de hendel omlaag, maar er gebeurt niks. Mede-oma moet de maxi-cosi in de auto zetten, en dat gaat niet lukken met die koppelstukken er nog aan, dus we blijven verwoede pogingen doen. Haar kleindochter slaat ons gade en begint een tikkeltje ongeduldig te worden. Die ziet natuurlijk ook wel dat haar eigen ouders dat klusje in een halve seconde klaren en vraagt zich natuurlijk af waarom wij daar in godsnaam zo ellendig lang staan te sukkelen. Mede-oma kijkt nog maar eens op haar mobiel. “Er moeten echt ergens knopjes zitten,” meldt ze nogmaals. We zoeken het hele maxi-cosi-ding af. We vinden een boel toeters en bellen, maar die hebben allemaal een andere functie dan het loskoppelen van die tussenstukken. Wáár zijn die knopjes in vredesnaam?? We draaien het ding ondersteboven en speuren nog maar eens alles af. Niks. Tot mede-oma de bekleding wat opzij schuift. En ja hoor. Daar zijn de knopjes. Ze duwt ze in en de koppelstukken laten los. Eureka.
Haar kleindochter vindt het intussen wel mooi geweest en begint te protesteren. Maar er is vooruitgang: ze mag nu in de maxi-cosi. Maar dan komt het volgende obstakel. De wandelwagen moet nog ingeklapt worden, want die moet ook mee in de auto. Dat lijkt heel handig, maar ook hier geldt: je moet het even weten. Maar gelukkig krijgt mede-oma het na wat struggelen voor elkaar. Nu dat onderstel nog in de kofferbak. Hup, naar buiten, klep open, ding erin. Het past niet.
De achterbank moet naar voren, en dan opnieuw een poging. Nu past het gelukkig wel. Weer naar binnen, baby in de maxi-cosi mee naar buiten en in de auto, andersom op de achterbank.
Het past niet.
Eerst moet de voorstoel naar voren. Maxi-cosi met inhoud er weer uit, stoel naar voren, ding er weer in. En daar dient de volgende uitdaging zich alweer aan: de autogordel. Het vraagt wat kennis en kunde om die op de juiste manier om die maxi-cosi heen te snoeren. Het kleindochtertje ziet het allemaal met lede ogen aan. Daar zijn kleinkinderen heel goed in. Die kunnen je al van héél jongs af aan aankijken met zo’n blik van Oma-wat-dóe-je?? Het is maar goed dat ze nog niet meteen kunnen praten. Kunnen ze heel veel oma-dingen ook nog niet doorvertellen aan hun ouders, wat best wel een geruststellende gedachte is.
De maxi-cosi zit erin. Met de baby. En het onderstel van de wandelwagen. Nu mede-oma nog. Als ze wegrijdt vraag ik me af of ze die koppelstukken wel heeft meegenomen om die maxi-cosi op dat onderstel te klikken. In mijn geval zouden die heel waarschijnlijk nog ergens thuis liggen, en dat zou ik dan ontdekken als ik op mijn bestemming was aangekomen. Maar ik weet intussen één ding: het ligt niet aan ons. Dus voor alle andere oma’s die zich hierin herkennen: het ligt gewoon aan die moderne techniek.
Gelukkig hebben we dan de overbuurvrouw om te lezen wat er allemaal gebeurd als wij even een weekendje weg zijn 😉
Haha precies. Maar gelukkig zijn wij oma’s gezamenlijk echt heel handig en innovatief. Wij komen er wel uit 🙂