Er waren de afgelopen periode nogal wat dingen die me behoorlijk van mijn stuk brachten of waarvan ik best wel in de war raakte.
Zo dacht ik dus dat de klok op onze magnetron kapot was. En dat dacht ik ook van onze wekkerradio, die ook steeds maar achterliep. En juist toen ik op het punt stond de wekkerradio weg te kieperen en de magnetron te laten nakijken, las ik in de krant dat het niet aan mijn apparaten lag. Het lag aan een ruzie tussen Servië en Kosovo. Ik dacht eerst dat ik het verkeerd las. Maar het stond er echt. Het was nog geen 1 april, dus dat kon het niet zijn. Ik las het artikel drie keer en toen nog bleef de verbijstering. Want dat MIJN klokken achterlopen door onenigheid tussen Servië en Kosovo, dat had ik zelfs met mijn toch best fantasierijke geest never nooit kunnen bedenken. Servië moet het stroomnet vanuit Kosovo in evenwicht houden. Maar Kosovo – ook niet achterlijk- gebruikt lekker veel meer stroom dan dat ze opwekken. En dus maakt Servië een lange neus naar zijn verplichtingen en draait mooi die stroomtoevoer, die ook naar mijn magnetron en wekkerradio gaat, in een lagere frequentie. En bedankt jongens. Het zorgde ervoor dat ik behoorlijk van mijn a-propos en ook een beetje paranoïde raakte. Want wat zag ik aan onze gasvlam? Was die nou ineens ook minder groot? Werd de gaskraan soms half dichtgedraaid? En zo ja, door wie? De Groningers, die het gedoe rondom de gaswinning hartstikke beu zijn? En hoe zat het trouwens met de waterstraal? Ik draaide de douchekraan helemaal open, maar die straal, die was toch echt minder dan voorheen, dat zag ik zo. Ik verdenk de Russen ervan. Ons waterleidingnet loopt vast stiekem via Poetin. Man denkt van niet. Die gooide de douchekop in de azijn.
En toen kwam de wolf. En dat niet alleen, ook de lynx en de beer zijn onderweg. Nou zie ik vanuit mezelf al best wel vaak en veel beren op de weg, dus ik zit niet op nog meer beren te wachten. Dat maakt het leven er voor mij niet overzichtelijker op. Enkele dagen geleden ben ik nog op de vlucht geslagen voor een kudde taurossen, gewoon hier op de hei. Ik liep daar met mijn hond en hield vanuit mijn ooghoeken eventuele langssluipende wolven in de gaten. Want hoewel ik ook heus wel weet dat wolven banger zijn van mij dan ik van hen – wat ik zelf toch wel enigszins betwijfel, ik bedoel, dan moet die wolf wel héél extreem bang zijn- vreet hij wel lammetjes op. En mijn hond is kleiner dan een lam, dus die lust ie vast ook wel. Maar goed, ik zag dus niet direct een wolf, maar wel een kudde taurossen. Gods wat mooi dacht ik nog, toen ik de beesten vanaf een afstand zag naderen. Maar wat me altijd opvalt: die kolossen zetten heel sukkelig en traag de ene poot voor de andere, maar toch maken ze snel hele afstanden. Het lijkt dus alsof ze maar wat kuieren, maar intussen zijn ze ineens veel dichterbij. Deze kudde had ook jonkies, zag ik. Voorop liep een indrukwekkende stier met heel grote horens. Hij keek mijn richting uit. Dat hoeft van mij niet per se, dat een tauros met heel grote horens mijn kant opkijkt. Ik zocht alvast naar vluchtmogelijkheden, want het moet gezegd, ik anticipeer vrij snel op dit soort onverwachte situaties. Zou ik in een boom kunnen klimmen met Hond onder mijn arm? Ik versnel mijn pas, en dan ineens begint die kudde te DRAVEN. Jawel, mijn kant op. Ik begin te rennen en Hond moet mee. Mijn hart bonkt zowat uit mijn lijf, want ik ben én bang én uitgeput van dat rennen in die dikke winterjas. Gelukkig blijf ik de kudde voor, ik trek een doodvermoeiende sprint naar de veilige uitgang, achter het hek. Wolven, beren, taurossen, lynxen, wisenten…. Ik wou dat we het bij alleen Teken konden houden. Dat is voor mij al uitdaging genoeg in het bos.
Jan is De Mol. Tja. De verwarring is nu compleet. Ik heb steeds geroepen “Als Jan de Mol is, nou, dan heeft ie het wel héél goed gespeeld, dat kan bijna niet!” Het kan wel, zo blijkt. Hij heeft velen op het verkeerde been gezet met zijn fanatieke spelgedrag en frustraties als een opdracht niet was gelukt. Goed gespeeld Jan, chapeau. En maak je niet druk om het feit dat ik nu nog een beetje méér in de war ben geraakt. Ik kom de schok wel weer te boven.
In ons eigen dorp won iemand een miljoen euro in de Bankgiroloterij. Ik speel al honderd jaar mee met die loterij, en wacht iedere maand trouw op die overboeking van dat heel grote geldbedrag op mijn rekening. Ik dacht dus dat er vast een vergissing was gemaakt. Misschien was mijn rekeningnummer niet helemaal goed doorgekomen? Maar hoe ik ook check en dubbelcheck, mijn rekening blijft leeg. Er is vast iets fout gegaan, maar vooruit, wie de gelukkige ook is: ik wens diegene heel veel geluk met deze prijs en verwacht dat ze het daar bij de bankgiro volgende maand wel rechttrekken wat mijn rekening betreft.
Het was zó bizar koud dat ik op een gegeven moment echt dacht dat ik zonder het te weten per ongeluk in Siberië was beland. Ik wilde ook helemaal niet meer naar buiten, maar moest af en toe toch mijn rondje met de hond doen. Dat rondje werd steeds kleiner. Want natuurlijk vond ik het niet alleen voor mezelf, maar ook voor Hond erg naar, die koude gure wind. Het enige pluspuntje aan het weer was de warme kachel binnen. En toen ineens was het lente en zat ik buiten in het zonnetje mijn koffie te drinken. ’s Ochtends hoor ik de vogels fluiten. Maar ik geef toe: die plotselinge overgang van bizar koude wind naar een zacht lentebriesje bezorgt me dan wel weer een soort van fijne staat van verwarring. Van mij mag de lente doorzetten.
DE GRIEP. Man man, wanneer houdt die epidemie op?? Mensen vallen met bosjes om en ziekenhuizen stellen operaties uit om grieppatiënten te kunnen plaatsen of verwijzen patiënten door naar ziekenhuizen aan de andere kant van het land. Die griepgolf duurt nu al maanden. Griep waart rond in allerlei gedaantes: magen en darmen die volledig van streek zijn, pijnlijke hoofden en spieren, loopneuzen of juist neuzen die niks meer doen, longen die alleen nog maar hoesten, zere kelen en tollende hoofden. Het brengt een mens in de war. Mag het alsjeblieft stoppen? Kunnen we eindelijk weer gewoon ademhalen. En dat dwangmatige handen-wassen-met-veel-zeep-minstens-tien-tellenlang ben ik ook een beetje beu.
En terwijl ik hoopte dat ik niet nog meer in verwarring zou raken, valt de een na de andere verkiezingsflyer in de bus. Met de standpunten waarom ik toch vooral voor dié partij moet kiezen. Ik blijf nog wel even in de war. Hiep hoi.