Soms hoor je iets of doe je iets (of juist niet) en blijft dat nog dagen door je hoofd rondspoken. Zo ook een paar dagen geleden. In een kledingwinkel, waar ik sta te wachten voor de kassa. Voor mij staat een jonge moeder. Haar partner maakt luidruchtig duidelijk dat hij zijn handen nogal vol heeft aan hun kind, een meisje van een jaar of drie. Het meisje loopt naar dingen die ze graag wil zien. Daar is papa niet zo van gediend. Papa trekt haar dus weg, maar het meisje trekt óók. “Zal ik haar overnemen?” vraagt de mama heel luid. Zó luid dat iedereen in een straal van tien meter haar makkelijk kan verstaan. “Nee hoor,” antwoordt haar partner op hetzelfde volume. “Maar ze wrikt zich zo los hoor!” weet de moeder blijkbaar al op voorhand. “Dan kan ze een oplawaai krijgen,” reageert de man. En om alvast te laten zien dat hij het meent, trapt hij het meisje even tegen haar billen. “We kunnen haar beter een tuigje omdoen,” verkondigt de vrouw. Om er luidkeels aan toe te voegen: “Dan kan iedereen dat weer zielig vinden, zo’n kind aan een tuigje.” Ik denk aan mijn eigen kinderen. De tweeling toen die dreumesjes waren. Ik nam ze vaak mee aan een polsbandje. Aan iedere arm een. Veilig, en helemaal niet zielig. Als ik er eentje uit de auto tilde zat die veilig aan me vast tot de ander ook uit de auto was. En ze konden heerlijk zelf lopen zonder gedoe of gestress. Ik dénk dat allemaal, maar ik zeg het niet. Ik zeg niks.
De man trekt intussen aan de arm van het kind en doet nog maar een duit in het zakje: “Ja, dat krijg je, met zo’n klotekind.” Heel luid. Heel duidelijk. Gewoon waar het kind bij staat. Er gaat weer vanalles door mijn hoofd. Als je steeds je kind bevestigt dat het lastig, vervelend, naar en zelfs een klotekind is, hoe denken we dan dat zo’n kind zich gaat gedragen…? Dan denkt zo’n peuter echt niet ‘oh jee, ik ben een klotekind, laat ik nu dus maar eens heel lief zijn.” Neeeee, zo’n peuter zal in zijn gedrag dan zijn ouders juist bevestigen. Want die zullen het immers toch wel weten? Da’s hartstikke logisch, dat snap ik zelfs, daar hoef je geen hogere wiskunde voor te hebben gestudeerd.
Intussen heb ik zó met dat meisje te doen. Want ze doet niets verkeerd, doet niets wat niet mag, ze wil alleen maar dingen bekijken. Heel normaal.Dat denk ik allemaal. Maar ik zeg het niet. Ik zeg helemaal niks. En dat is waar ik mee blijf worstelen. Want ik maak het helaas vaker mee. Ouders die op een heel nare manier op hun kind reageren. Vloeken, schelden, slaan of aan armen of oren trekken. Echt, allemaal meegemaakt. Gelukkig hoor en zie ik ook heel veel jonge ouders die met liefde en aandacht met hun kinderen omgaan. Maar sóms…. en steeds als ik zoiets zie of hoor hou ik mijn mond. Omdat ik geen bemoeial wil zijn. Omdat ik geen betweter wil zijn. Omdat ik er niks mee te maken heb. Omdat ik geen ruzie of boze reacties wil uitlokken. Omdat niemand iets zegt. Omdat het not-done is: het zijn mijn zaken niet. Maar iedere keer voelt het fout en blijft de twijfel nog dagenlang aan me knagen. Want misschien ben ik wel gewoon een lafaard en een schijtluis. Samen met al die anderen die óók niets zeggen.