Ook ons laatste nog studerende kind heeft haar studie afgerond. Daarmee sluiten wij een periode van maar liefst zevenentwintig jaren met schoolgaande en studerende kinderen af. En niet alleen onze kinderen, maar ook ikzelf ben in die jaren veel wijzer geworden:
1. Studeren kost bakken met geld. Dat begint al op de middelbare school. Studieboeken, allerlei bijdragen in allerlei schoolkosten, uitwisselingen met het buitenland en legio andere bijkomende zaken. Na de middelbare school komt de vervolgstudie. Collegegeld, studieboeken, kamerhuur. Financiële aderlatingen waar je bang van wordt. Eén ding: studeren in België is veel goedkoper dan in Nederland en de studies daar staan hoog aangeschreven. Bovendien zit in België in de kamerhuur vaak een ‘kuismadam’ inbegrepen, die de gezamenlijke ruimtes als keuken, wc en badkamer wekelijks komt ‘kuisen’. Dus voor wie nog moet kiezen: ga vooral eens op België oriënteren.
2. Alles rondom de Duo (Dienst Uitvoering Onderwijs) is onbegrijpelijk. Wij hebben gelukkig nog gebruik mogen maken van studiefinanciering. Maar vaak waren bedragen ineens veranderd en als we daarover belden kregen we iedere keer weer een andere uitleg. Ook OV-kaart-perikelen zorgden nogal eens voor onbegrijpelijke dialogen. Bellen ging overigens niet zómaar: kindlief moest uitdrukkelijk een schriftelijke machtiging hebben afgegeven aan pa of ma. Als de gemachtigde niet in de gelegenheid was om te bellen en je had Duo nodig dan had je een probleem. En ja, dat kwam dus voor.
3. Met studerende kinderen vorm je als ouders automatisch een verhuisbedrijf. Onze camper fungeerde meerdere keren als verhuiswagen. We versjouwden bedden, kasten, matrassen, bureaus, fietsen, lampen, pannen en ander huisraad naar Brussel, Den Haag, Utrecht (twee verschillende adressen), Leuven (drie verschillende adressen), en Gent. Al die keren reden we heen en weer; eerst om te brengen, later om alles in omgekeerde volgorde weer op te halen.
4. DE STUDIEBOEKEN. Dit is een zwaarwegend punt. Bij elke studie horen namelijk studieboeken. Die moet je kind (lees: wij) zelf aanschaffen. Studieboeken zijn belachelijk duur. Maar wat pas écht belachelijk is, is om de haverklap die nieuwe druk. Zodat je je duur aangeschafte boeken het jaar daarop al aan de straatstenen niet meer kwijt kunt. Een slimme marketingtruc van de uitgeverijen, waar wij met zijn allen de dupe van zijn. Er ligt bij ons op zolder voor een kapitaal aan studieboeken. Na ieder studiejaar hebben wij braaf alle overbodige boeken op marktplaats en Bol gezet. Af en toe werd er iets verkocht. Maar het merendeel bleef liggen en ligt er nu nog. Je kunt bij mij allerlei opleidingen komen volgen: het materiaal is er al. (Uitzondering hierop zijn trouwens de studies in België: daar maken ze veel gebruik van prints en eigen lesmateriaal. Nog een reden om uit te wijken naar onze zuiderburen). Gemiddeld hebben wij met ons gezin zo’n 500 tot 800 euro per kind per jaar aan studieboeken uitgegeven. En wij zijn niet de enigen. In heel Nederland ligt voor miljoenen euro’s aan onverkoopbare (soms nog splinternieuwe) studieboeken op zolders te verstoffen. We zouden massaal in protest moeten komen om zoveel verspilling en verloren gegane euro’s. Ik denk alvast na over de actie ‘Red het studieboek’. Ik weet alleen nog niet hoe. Want hier zit een behoorlijk commercieel verhaal achter over de Grote Jongens en het Grote Geld. Laat ik dus maar klein beginnen. Iemand nog een studieboek nodig?