Wij hebben een kerstboom met lampjes erin en die DOEN het! Want nee, dat is heus geen vanzelfsprekendheid. Die lampjes, dat is ieder jaar opnieuw weer een ding. Ik haal ook dit jaar de kerstspullen van zolder en tel tien lampjessnoeren. Tien! Terwijl ik er maar één nodig heb voor in mijn boom. Waarom dan tien snoeren?? Dat zit zo. Ieder jaar besluit een aantal van mijn lampjes dat ze er gewoon geen zin meer in hebben. Ze stoppen er simpelweg mee, meestal als ze al in de boom zitten met ballen en al. Dat geeft een vreemde donkere vlek in je boom. Dus wat doe ik? Ik koop een nieuw snoer. Die er hetzelfde uitziet, en dan denk ik: mooi, dan kan ik lampjes van verschillende snoeren wisselen en kunnen mijn snoeren nog heel lang mee. Fout. Want nooit, echt nóóit passen lampjes van verschillende snoeren in en bij elkaar. Ze zijn net wat dunner of dikker – nanomillimeters, maar toch- zodat ze net niet doen wat ze behoren te doen: branden. Tussen mijn kerstspullen vind ik dit jaar twee snoeren waarvan zo’n vier lampjes het niet doen, wat ik heel acceptabel vind. Dat is één. Volgende stap: de lampjes ontwarren. Ik weet niet hoe het kan, maar op de een of andere manier raken ze altijd in een kluwen, ook als ik ze keurig netjes opruim. En ze willen elkaar niet meer loslaten. Ik ben erg blij en opgelucht als ze dan ook eindelijk in de boom hangen. Ooit had ik ook lampjes voor buiten. Zo’n snoer moet je met kleumende vingers in een boom weten te prutsen (huishoudtrap mee, die wiebelt op de ongelijke ondergrond, lampjes verdelen maar bovenin kun je niet bij, snoer zo leggen dat de postbode er zijn nek niet over breekt, en dan na enkele dagen constateren dat hele meters snoer het ineens niet meer doen). Wij hebben buiten al jaren geen lampjes meer. Maar ik wil het wel nog een kans geven, dus heeft Man online buitenlampjes besteld. Die er alleen nog niet zijn. Dus tot op heden is er bij ons rond het huis nog steeds sprake van de donkere dagen voor kerst. Intussen hou ik binnen mijn boom angstvallig in de gaten. Want als de lampjes het al doen komt een volgend obstakel om de hoek kijken: de naalden. Die horen IN de boom te zitten, maar ook die naalden leiden hier hun eigen leven. Ze prefereren de vloer. We kopen altijd een boom met kluit, maar zo’n kluit is niet veel meer dan een klein zielig stompje, dus daar heeft die boom niet zoveel aan vermoed ik. Ik blijf dus maar trouw water geven, in de hoop de naaldentsunami daarmee enigszins in toom te houden. En ik stofzuig. Nog twee weken genieten. Dan mag ik alles in omgekeerde volgorde nog eens herhalen. Ik vind het mooi en gezellig, zo’n boom, als ie eenmaal staat. En als de lampjes het doen. En de naalden eraan blijven zitten. Maar gedoe is het ook. En toch heb ik het er ieder jaar weer graag voor over. Want wat is ie weer móói, ons boompje!!